-
1 feint
n. schijnbeweging, schijnaanval; voorwendsel; list--------v. een schijnbeweging makenfeint1[ feent] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————feint2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:feint with • een schijnaanval doen met -
2 feint with
feint with
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский